donderdag 12 maart 2009

Het Brokopondostuwmeer

Vijftig jaar Brokopondo: ontstaansgeschiedenis gekenmerkt door transmigratie en leed.
Dagblad Suriname, 2 februari 2009

Dit jaar is het precies vijftig jaar toen bij landsverordening het district Brokopondo werd ingesteld. Door de op komst zijnde Afobakkadam werd het voor de toenmalige regering noodzakelijk om een bestuurlijke post in het district te plaatsen. Deze gebeurtenissen zouden alleen maar de voorloper zijn van een transmigratie, vol leed die tot vandaag de dag voelbaar is. Deze gevoelens kwamen naar voren tijdens de lezingen die in verband met het vijftigjarig bestaan van Brokopondo door deskundigen Richene Libretto en Egbert Eersteling werden gehouden in het Nucleuscentrum.

Libretto had het tijdens zijn inleiding over de ontstaansgeschiedenis van Brokopondo. Uit documentatie blijkt dat de opzet van Brokopondo alleen diende om de administratie van de bevolking bij te houden. Voordat de dam voltooid was, had de regering de taak op zich genomen om de ruim 6000 binnenlandbewoners uit verschillende gebieden te evacueren naar de transmigranten dorpen.

Daarvoor had de regering ter plekke een administratieve unit nodig. Later zou blijken dat dit ook het enige doel was voor het instellen van een heel district Brokopondo. Libretto legde ook uit hoe de lening met Alcoa eruit zag. Uit de deal blijkt dat Suriname het logistieke en onderzoeksgedeelte op zich moest nemen. Alcoa zou in ruil daarvoor een samenwerking aangaan, waarbij zij hier een dochteronderneming zou opzetten. Die onderneming zou de dam, het netwerk en een weg aanleggen. Van de opgewekte energie zou Suralco 90% opeisen en moest de Surinaamse overheid de Afobakkaweg onderhouden.

Naast ongunstige effecten liet Eersteling zien dat er ook gunstige effecten waren. Zo zou het onderwijsniveau in Brokopondo tot een van de hoogste in ons land gaan behoren. De piekperiode kende Suriname van 1964 tot en met 1986. Daarna zou het bergafwaarts gaan met het onderwijs. Een pijnlijk moment wordt het wanneer duidelijk wordt dat de slachtofferrol niet altijd opgaat. Tijdens de bouw van de dam hebben lokale bewoners flink meegeholpen. Door hun naïviteit hadden ze nooit gedacht dat hun woongebied onder water zou lopen. Men wilde geld verdienen en nam de dreiging niet serieus. Op 1 februari 1964, wanneer granman Jozef Aboikoni de omleidingen sluit en er een meer (Blommensteinmeer) ontstaan, wordt het duidelijk. Obia’s en andere bovennatuurlijke krachten hebben het meer nooit kunnen stoppen.
Het van Blommensteinmeer, meer bekend als het Brokopondostuwmeer neemt een heel groot oppervlakte van Brokopondo in beslag.

A FOS' PESI BEN BRONG DIS' WO POR ENG LALA


'A fos' pesi ben brong dis' wo por eng lala' was de slogan van me leerkracht in de vijfde en zesde klas op de St. Gerardus Majella school te Nieuw Lombe. Het was een combinatie klas van de vijfde en zesde bijelkaar. Hij was tevens het schoolhoofd.


Deze tijd waren eingelijk jaren van mijn leven die ik nooit zal vergeten om een man. De leerkracht tevens schoolhoofd. In die jaren was het niet makkelijk om van hem te houden, omdat hij ons keihard aanpakte als het ons school betrof. Maar het ergste is dat hij zich niet alleen tot zaken van de school beperkte. Na de school maakte hij altijd een rondje in het dorp om te kijken of wij onze schoolwerk hadden gedaan. In de avonduren maakte hij weer een rondje om te kijken of de schoolkinderen op tijd naar bed gingen of thuis waren. Als leerkracht die zelf uit het dorp kwam, zag hij erop toe dat de kinderen hun best deden. Ook vanwege het feit dat niet alle dorpen in het district Brokopondo scholen hadden.

Ik ben in het district Brokopondo geboren te Brownsweg en heb bijna me hele jeugd doorgebracht in het dorp Nieuw Lombe. Beide zijn dorpen in Brokopondo. Als je in Nieuw Lombe ben kan je binnen een minuut in het dorp Muje Kiiki komen en een ander dorp Kapasikele is een half uur lopen van Nieuw Lombe. Verder vind je niets dan het uitgestrekte jungle van Brokopondo. Mijn lagere school heb ik daar gedaan. In de jaren na de Binnenlandse Oorlog hadden we een tekort aan leerkrachten. Het waren alleen maar mensen van het dorp die de school draaide. Vandaar dat het schoolhoofd gedwongen was ook les te geven. Hij had dan de vijfde en de zesde klas en die werden met de harde hand aangepakt om het tot een goed schooljaar te brengen.

Hij liet het niet aan een toeval over zodat zijn leerlingen een onvoldoende kregen. Mensen met een onvoldoende na een repetitie kreeg een flinke pakslaag door een zweep die door de leerlingen zelf gebracht moesten worden. Hij gebruikte altijd zijn slogan 'A fos' pesi ben brong dis' wo por eng lala'. En zijn slogan lukte, want in mijn jaar waren veel kinderen geslaagd waaronder ik voor de mulo.

Tijdens mijn middelbaar schooljaren als ik met vakantie ging en zag hoe de leerlingen deden wat ze wilde en het kon de leerkrachten eigenlijk niet schelen, begon ik hem meer te waarderen niet alleen om zijn slogan, maar meer om zijn aanpak. Vandaag de dag kan ik profiteren van zijn aanpak.